Oesters als proefkonijnen

Voor het herstelproject bij de Borkumse Stenen is een aantal jonge oesters op een stok gelijmd en in een kooi onderwater geplaatst. Over een paar maanden kunnen de stokken eenvoudig weer worden opgehaald om te kijken hoe ze zijn gegroeid. Tegelijkertijd worden de milieuomstandigheden op de zeebodem gemeten. “We hopen daarmee de optimale groeicondities voor de platte oester vast te kunnen stellen” aldus NIOZ-onderzoekster Pascalle Jacobs. Als dan blijkt dat de jonge oesters overleven op 25 meter diepte dan kan in het vervolg voor herstelprojecten mogelijk gebruik gemaakt worden van jonge gekweekte oesters, afkomstig uit de Waddenzee. Dat geniet de voorkeur boven het gebruik van volwassen oesters die uit het wild moeten worden opgedoken in Noorwegen.

Platte oesters terug in de Noordzee

In mei 2018 heeft WNF samen met ARK, bureau Waardenburg en andere partners van het oesterconsortium, 80.000 volwassen oesters uitgezet op de Borkumse Stenen. Deze oesters waren afkomstig uit Noorwegen. Sindsdien is er regelmatig onderwater gekeken hoe het met deze oesters gaat. Uit eerdere bezoeken bleek al dat ze goed groeien en zich zelfs al hadden voortgeplant. Het laatste bezoek aan de oesterbank was in juli 2018. De grote vraag nu was dan ook of de oesterbank op de Borkumse Stenen de winter goed heeft doorstaan. “Tot onze grote opluchting zagen we volop oesters liggen” aldus WNF-projectleider Emilie Reuchlin. “De oesterbank is gezond en actief herstel van oesterbanken werkt dus in de diepere Noordzee”. “Naast oesters zagen we kleine vissoorten zoals pitvisjes, harnasmannetjes en lancetvisjes, schelpkokerwormen en verschillende soorten schelpdieren” vertelt Reuchlin-Hugenholtz enthousiast. Nu blijkt dat het uitzetten van Noorse oesters op deze locatie succesvol is, hoopt WNF ook op andere locaties oesters uit te kunnen zetten, bij voorkeur van lokale oorsprong.

Gezonde Nederlandse platte oesters

Om platte oesters op grote schaal te herstellen in de Noordzee zijn heel veel van deze schelpdieren nodig. Er zijn maar weinig plekken waar deze oesters van nature voorkomen in Nederland. De platte oester verdween halverwege de 20ste eeuw uit Nederland door overbevissing en infectie met een parasiet, Bonamia ostraea. Onlangs zijn er platte oesters in de Waddenzee gevonden, na 140 jaar afwezigheid. Onderzoekers van het NIOZ Koninklijk Instituut voor Onderzoek der Zee slaagden er vorig jaar in om een aantal van deze oesters in het laboratorium te laten paaien. Binnen enkele weken hadden de oesterlarven zich tot duizenden minuscule oestertjes ontwikkeld. “Het was helemaal geweldig dat deze oestertjes, na grondig onderzoek, volledig vrij bleken van de parasiet”, vertelt Jacobs opgetogen. De jonge oesters worden gebruikt voor onderzoek naar de invloed van voedselaanbod, het zoutgehalte van het zeewater en de watertemperatuur op hun groei en overleving. “Met de uitzet van parasietvrije jonge Waddenoesters en de gunstige leefomgeving bij de Borkumse Stenen zetten we weer een belangrijke stap richting natuurherstel van platte oesterbanken in de Noordzee”, aldus Reuchlin.

Het plaatsen van de oesterstokken op de Borkumse Stenen, foto: Emilie Reuchlin (WNF)

Lees hier meer over de onbekende natuur van de Borkumse Stenen.