De terugkeer van de platte oester kwam voor het eerst aan het licht in 2012 toen een Texelse visser zijn vondst voor identificatie naar het NIOZ bracht. In de opeenvolgende jaren werden ook in de Waddenzee bij Vlieland platte oesters aangetroffen. "Een bijzonder moment", aldus een enthousiaste onderzoekster Katja Philippart. "Het was maar een handjevol, maar het biedt ons nu de mogelijkheid om samen met het Programma naar een Rijke Waddenzee, Wereld Natuur Fonds, ARK Natuurontwikkeling en Edmelja de platte 'waddenoester' verder te onderzoeken. We willen deze waddenbewoner beter leren kennen en achterhalen welke omstandigheden het meest gunstig zijn voor groei en overleving. Met die kennis willen we de kans op natuurlijk herstel van oesterbanken in de Waddenzee vergroten."

Plotselinge geboorte
Na een jaar optimale zorg in een klimaatkamer van het NIOZ werden vrijdag 7 september voor het eerst larven waargenomen. Een heuglijk feit, dat meteen door de onderzoekers met beschuit met muisjes werd gevierd. Dat moesten dan wel blauwe zijn, want álle platte oesters beginnen hun leven als mannetjes, en veranderen in vrouwtjes als ze groter worden.

De geboorte van de larfjes is een eerste stap om deze relatief nieuwe (oude) Waddenzeebewoner beter te leren kennen, zonder de lokale bronpopulaties te belasten. De onderzoekster is nieuwsgierig hoe deze mogelijke ondersoort – met zijn oorsprong in de Waddenzee – reageert op zeewatertemperatuur, zoutgehalte en ziektedruk en wie zijn natuurlijke vijanden zijn. Ook wil Philippart – naast NIOZ-medewerker ook bijzonder hoogleraar 'Productiviteit van mariene kustecosystemen' aan de Universiteit Utrecht – te weten komen in hoeverre deze 'waddensoort' verschilt van platte oesters die in andere delen van de Noordzee en de Atlantische Oceaan leven.

De ouders van de gekweekte oester het kweekcentrum van het NIOZ. Foto: Pascalle Jacobs.

Uitgestorven in de Waddenzee
Tot het begin van de twintigste eeuw was de platte oester een veelvoorkomende soort in de Waddenzee en de Noordzee, met name op de Oestergronden (een relatief diep gebied zo’n 150 km ten noordwesten van Terschelling). Buiten de Nederlandse wateren komt de platte oester voor van Noorwegen tot aan Noord-Afrika, in de Middellandse Zee en (door introductie) ook in andere delen van de wereld. Door intensivering van de visserij en ziektedruk (parasieten) nam de populatie vanaf het midden van de 19e eeuw snel af. Uiteindelijk zijn de platte oesterbanken geheel uit de Noordzee en Waddenzee verdwenen; de laatste levende in Nederlandse kustwateren is in 1933 gevonden.

Biobouwers in marien ecosysteem
Toen vanaf 2010 op meerdere locaties in de westelijke Waddenzee en zuidelijke Noordzee de platte oester weer opdook, leidde dit tot groot enthousiasme bij zowel natuurbeschermers als vissers. En niet voor niets: de platte oester bouwt natuurlijke riffen, filtert zeewater en zorgt daarmee voor helder water, en de oesterbank biedt een goede schuil- en leefomgeving voor allerlei zeedieren.

Lab-experimenten
Het project moet er uiteindelijk toe leiden dat de huidige platte oesterpopulatie in de Waddenzee en de Noordzee wordt versterkt en uitgebreid, als de natuurlijke omstandigheden dat toelaten. De verwachting is echter dat dergelijk natuurlijk herstel kwetsbaar is. Zo is de verspreidingssnelheid beperkt omdat platte oesters een relatief korte larvale fase kennen. Ook is nog niet duidelijk in hoeverre ze last of profijt hebben van de aanwezigheid van de Japanse oester, een invasieve en dominante soort, en wat de meest kansrijke omstandigheden zouden zijn voor herstel. Verder is nog onbekend of de platte waddenoesters besmet zijn met infecties die remmend zouden kunnen werken op de natuurlijke verspreiding, of dat zij juist hiertegen een resistentie hebben opgebouwd.