De rijzende zeeberg bij Saba is een interessant onderzoeksgebied voor ecologen van de NICO-expeditie die in het teken staat van de 'veranderende oceanen'. Met deze eerste beelden wordt een basis gelegd om veranderingen in dit stuk Nederlandse diepzee te kunnen bestuderen. De Sababank rijst honderden meters hoog en is bekend om zijn koraalriffen op de ondiepe top. Deze hebben een belangrijke functie als schuilplaats, kraamkamer en leefomgeving voor vis en kreeftachtigen, maar wat er precies leeft op de diepere flanken van dit unieke stukje diepzee dat Nederland rijk is, was nog nooit eerder gezien.

Zee-egels, zachte koralen en sponzen
Met behulp van onderwatercamera's en aas-experimenten hebben de wetenschappers een eerste indruk gekregen van de bodem en diepzeeleven rondom Saba. Videobeelden laten een voornamelijk zandige bodem zien waar met regelmaat zee-egels, zachte koralen en sponzen te zien zijn. De eerste beelden maken duidelijk dat de diversiteit op de diepe hellingen van de Sababank hoog is.

Reuze pissebedden
Vooral de reuze pissebedden Bathynomus cf. giganteus zijn indrukwekkend om te zien. De soort komt alleen voor op de bodem van tropische zeeën tussen 300 en 2100 meter diepte. Ze eten vis, garnalen en wormen en kunnen wel 46 centimeter lang worden. Op de meer ondiepe stations van 450 meter, zijn het vooral haaien en garnalen die op het aas van de ALBEX-lander afkomen, terwijl op 1.400 meter vooral haaien en zeepalingen te zien zijn. De waardevolle observaties duiden op verschillen in biodiversiteit en voedsel web met toenemende diepte en vormen een basis voor monitoren van verwachte toekomstige veranderingen in dit unieke stukje Nederlandse diepe oceaan.

  De reuze pissebedden Bathynomus cf. giganteus - Foto: Stephan van Duin.

Waardevolle observaties met de ALBEX-lander
Om een beeld te krijgen van de diversiteit aan mobiele fauna zoals vissen worden er naast het maken van video-opnames langs de helling aasexperimenten uitgevoerd met behulp van een bodemlander, de ALBEX-lander. Deze grote stellage gaat inclusief aas, onderwatercamera’s en infraroodlampen overboord vanaf het Nederlandse onderzoeksschip de RV Pelagia. Officieel werden de beelden op 20 februari gemaakt maar konden pas een dag later worden bekeken. Dit komt doordat deze speciale opname apparatuur nog niet de mogelijkheid biedt om live mee te kijken. Door de beelden terug te kijken kunnen de onderzoekers binnen een bepaald tijdsbestek registreren welke soorten er voorkomen. Daarnaast zijn er aan één zijde van het ALBEX-frame twee vallen met aas geplaatst. Op deze manier worden de aaseters gevangen voor nader onderzoek.

Over de NICO-expeditie
De NICO-expeditie (Netherlands Initiative Changing Oceans) is een wetenschappelijke vaartocht waaraan 100 onderzoekers van 20 organisaties deelnemen. Uniek aan de expeditie is het multidisciplinaire karakter. De 7 maanden durende expeditie vaart vanuit de Caribische Zee, via de Mississippi delta en Ierland terug naar Texel in Nederland en duurt nog tot eind juli 2018. Tijdens de tocht varen geologen, zeebiologen, ecologen en oceanografen mee die onder meer onderzoeksvragen hebben opgepakt uit de Oceanennotitie die de Rijksministerraad vorig jaar heeft goedgekeurd.