Impression of Double Dikes with the transitional polders in the Western Scheldt. Illustration by Defacto

~~for Dutch scroll down ~~

The authors of the NIOZ Royal Netherlands Institute for Sea Research and of Rienstra Beleidsonderzoek en Beleidsadvies BV calculated the possibilities of realising transitional polders along the coasts of the Western Scheldt, the Eastern Scheldt and the Haringvliet in the Southwestern Delta of The Netherlands. Compared to the current custom of constantly making the dikes higher, which causes subsidence and silting up of the hinterland, coastal defence based on transitional polders would be cheaper due to the new economic functions these have to offer.

Transitional polders between double dikes capture valuable silt
The principle of a transitional polder is based on a double dike. An opening is made in the current sea dike, so that the ebb and flow of the tide once again have free play on the land behind it. The sea is then held back by a second dike: an existing, former sea dike or a new dike to be constructed. This second dike can be lower and less expensive than the current sea defence, because the water has already lost its worst force behind the first dike.

The polder between these double dikes will then slowly rise because of the silt that each tide builds up. Along the Western Scheldt this will be about 3 to 5 centimetres per year. So, after half a century, the land between the dikes will be up to three metres higher. In the meantime, the growing land can be used for aquaculture and growing saline crops. Later on, the fertile sea clay can be used for regular agriculture once more. In addition, part of the alternating polder can be set up as a nature reserve for waders and other plant and animal species that depend on tidal areas.

Concept of double dikes. Illustration by Defacto

Boosting the regional economy
Particularly in the Dutch province of Zeeland, hit hard by disastrous flooding in 1953, returning land to the sea is a sensitive issue, as evidenced by the lengthy discussion that preceded the managed realignment of the Hedwige-Prosperpolder. "The situation is very different for a transitional polder," emphasises the first author of the report, ecologist Jim van Belzen. "Unlike previous managed realignment areas that were done for nature conservation, the most important goal of double dikes with transitional polders is flood safety. Putting safety first is deeply rooted in the souls of the people of Zeeland. For this reason, these pieces of land are only covered with water temporarily.  During that time, a great deal of value can be gained from them, for example by cultivating mussels or pickleweed, and through nature, which is also good for tourism. Because of the revenue generated, the cost-benefit analysis for a transitional polder is also much more favourable than for constantly raising the current sea dikes.

"In addition to the favourable cost-benefit analysis, a transitional polder also gives an enormous boost to the regional economy," says economic advisor Gerlof Rienstra. "Whatever you invest in such a polder will result in a permanent increase in value through new uses such as saline cultivation, aquaculture, recreation in the resulting nature and agriculture, among other things."

Do not wait too long
The authors argue that the Western Scheldt, which will deposit a relatively large amount of silt in the intertidal polders, will yield the fastest returns in terms of coastal defence. In the Eastern Scheldt, where there is less silt suspended in the water, it will take longer before the land behind the dike will be sufficiently elevated. "In view of the ongoing sea level rise, it is therefore of the utmost importance to start implementing this type of measures not in 30 years but now," says Van Belzen. 

Publication report
van Belzen, J.; Rienstra, G.U. & Bouma, T.J., (2021). Dubbele dijken als robuuste waterkerende landschappen voor een welvarende Zuidwestelijke Delta. NIOZ Report 2021-01. NIOZ Royal Netherlands Institute for Sea Research:  99 pp  https://doi.org/10.25850/nioz/7b.b.kb


Kustverdediging tussen dubbele dijken. Veilige, natuurlijke en goedkopere oplossing

Door eb en vloed weer toe te laten in een zogeheten ‘wisselpolder’ tussen twee dijken, kan de verdediging van de kust een stuk duurzamer, natuurlijker én goedkoper worden. Dat schrijven Jim van Belzen, Gerlof Rienstra en Tjeerd Bouma in een rapport dat vandaag wordt gepresenteerd. Het rapport is geschreven in opdracht van het Wereld Natuur Fonds.

Impressie Dubbele Dijken met Wisselpolder in Westerschelde vanuit vogelvluchtperspectief. Illustratie: Defacto

De auteurs van het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en van Rienstra Beleidsonderzoek en Beleidsadvies BV hebben gerekend aan de mogelijkheden om wisselpolders te realiseren langs de kusten van de Westerschelde, de Oosterschelde en het Haringvliet. Kustverdediging op basis van wisselpolders is door nieuwe economische functies algauw goedkoper dan op basis van het steeds ophogen van dijken, waarbij het achterland bovendien blijft dalen en verzilten.

Wisselpolder tussen dubbele dijken vangt waardevol slib
Het principe van een wisselpolder is gebaseerd op een dubbele dijk. In de huidige zeedijk wordt een opening gemaakt, waardoor eb en vloed weer vrij spel krijgen in het achterliggende land. De zee wordt vervolgens tegengehouden door een tweede dijk: een al bestaande voormalige zeedijk, slaperdijk of nieuw aan te leggen tweede dijk. Die kan iets lager en goedkoper zijn dan de huidige zeewering, omdat de ergste kracht dan al uit het water is gehaald achter de eerste dijk.

Het land tussen de dijken zal vervolgens langzaam ophogen door het slib dat na iedere vloed achterblijft. Langs de Westerschelde zal dit met ongeveer drie tot vijf centimeter per jaar zijn. Na een halve eeuw ligt het land tussen de dijken dus tot wel drie meter hoger. In de tussentijd kan er op het groeiende land aquacultuur worden bedreven, kunnen er zilte gewassen groeien en kan later weer gewone landbouw worden bedreven op de vruchtbare zeeklei. Bovendien kan een deel van de wisselpolder worden ingericht als natuurgebied voor steltlopers en andere plant- en diersoorten die van getijdegebieden afhankelijk zijn.

Dubbel Dijken Concept. Illustratie: Defacto

Stimulans voor regionale economie
Zeker in Zeeland ligt het prijsgeven van land aan de zee gevoelig, dat bewijst onder meer de slepende discussie die aan het ontpolderen van de Hedwige-Prosperpolder voorafging. “Voor een wisselpolder ligt dat duidelijk anders”, benadrukt de eerste auteur van het rapport, ecoloog Jim van Belzen. “In tegenstelling tot eerdere ontpolderingen, hebben dubbele dijken met wisselpolders als hoofddoel waterveiligheid; iets wat diep verankerd is in de Zeeuwse ziel.  Een stuk land wordt daarom ook alleen maar tijdelijk onder water gezet.  In die tijd kan er heel veel waarde uit worden gehaald, via bijvoorbeeld mosselteelt of de teelt van zeekraal. En via natuur, wat goed is voor toerisme. Door die opbrengsten valt de kosten-batenanalyse voor een wisselpolder ook veel gunstiger uit dan voor het steeds blijven ophogen van de bestaande zeedijken.”

“Naast die gunstige kosten-batenanalyse, geeft een wisselpolder ook een enorme stimulans aan de regionale economie”, zegt economisch adviseur Gerlof Rienstra. “Wat je in zo’n polder investeert, levert via nieuwe gebruiksfuncties zoals zilte teelt, acquacultuur, recreatie in onder andere de ontstane natuur en landbouw een blijvende waardevermeerdering op.”

Niet te lang wachten
De auteurs stellen dat de Westerschelde, die relatief veel slib zal afzetten in de wisselpolders, het snelste rendement zal opleveren in termen van kustverdediging. In de Oosterschelde, waar minder slib in het water zweeft, duurt het langer voordat het land achter de dijk voldoende zal zijn opgehoogd. “Gezien de naderende zeespiegelstijging is het daar dus helemaal van belang om dit soort maatregelen tijdig in te zetten en niet pas over 30 jaar”, aldus Van Belzen. 

Publication rapport
van Belzen, J.; Rienstra, G.U. & Bouma, T.J., (2021). Dubbele dijken als robuuste waterkerende landschappen voor een welvarende Zuidwestelijke Delta. NIOZ Report 2021-01. NIOZ Royal Netherlands Institute for Sea Research:  99 pp  https://doi.org/10.25850/nioz/7b.b.kb