10 Juli 2023 - Blog bij de tureluurs van 2e/3e week juli 2023

Van de zes gezenderde tureluurs in het Watlas-project op Wieringen hebben een paar vogels het waddengebied inmiddels vaarwel gezegd. Niels en Rianne hebben vrij snel, na een succesvol broedseizoen bij Den Oever, het Balgzand verlaten na een korte periode van opvetten voor de Wieringerkust.
Op het westen van Wieringen is mevrouw Bil er samen met haar man, “de Ex van de dochter van de weduwe van ouwe Bil”, niet in geslaagd de kuikens vliegvlug te krijgen. Na ruim een week alarmeren van “de directeur van de ijsbaan”, zoals haar man ook wel bekend staat omdat ie al sinds 2009 vóórop de rand van de natuurijsbaan van Westerland vertoefd, niet meer alarmeerde op de afrasteringspaaltjes. Dan weet je als onderzoeker dat er geen kuikens meer zijn, aangezien ze 3,5 week nodig hebben om vliegvlug te worden. Van buurvrouw Lotte ging het 2e broedsel eveneens verloren. Waarna ze zich vooral op en rond het Normerven ophield. Niet geheel verrassend leek ze vorige week te vertrekken naar …

Rondje Texel
Ze vertrok via een paar onderwater gezette bollenlandjes in de Anna Paulownapolder naar de Noordzeekust. Maar daar aangekomen leek ze te twijfelen of het moment van afzakken naar het zuiden niet zo’n goede beslissing was (tegenwind?) en liet ze zich met de wind meevaren naar Texel. Ze vloog over het NIOZ-gebouw naar polder Eierland. Om vervolgens weer naar hoogwatervluchtplaats het Normerven bij de Wieringerkust terug te keren. Waar we haar filmden, samen met nog 3.000 tureluurs die daar foerageren bij afgaand water op wadslakjes en slijkgarnaaltjes op het Breehorn wad.

zenderbewegingen van Lotte

Tureluur Nathan heeft zich, na het uitkomen van het nest in de Westerlanderkoog, regelmatig met de kuikens opgehouden in een nieuw aangelegd particulier natuurgebied met de kuikens. Aan de hand van de zenderbewegingen van Nathan twijfelen we of hij de kuikens wel vliegvlug heeft gekregen, hoewel de voedselomstandigheden daar optimaal zijn. Er lopen nog steeds tureluurs met kuikens rond op 19 juli!

Het leefgebied van Nathan, de Westerlanderkoog een particulier nat natuurgebied

Van tureluur Gien weten we zeker dat er geen kuikens vliegvlug geworden zijn. Ze bemoeide zich na een week niet meer met de opvoeding van de kuikens. Dit liet ze over aan mannetje J96(Afonso) die zeker tot begin juli in zijn eentje de kuikens begeleidde in een kruidenrijk weiland in de Normerpolder wat in overleg met het boerenbedrijf van Paul Helder en Jan Mulder nog steeds niet gemaaid werd i.v.m. de aanwezige kuikens. Maar na zomerstorm Poly bleef het er stil en werd ook man J96 foeragerend op het wad gezien.

Nathan en Lotte

Nathan en Lotte zijn momenteel de laatste twee gezenderde tureluurs die opgepikt worden door de Watlas-zenders. Ze houden zich op in de zogenaamde “Slikhoek” van het Balgzand. Dit is ook een plek waar vandaan tureluurs vaak naar het zuiden afzakken voor de trek weten we uit trektelling-avonden.
We zijn benieuwd hoe lang ze nog opgepikt worden.


22 juni 2023 - Eerste tureluurs maken zich op voor vertrek, terwijl anderen nog maar net kuikens hebben

De zes gezenderde tureluurs in het Watlas-project op Wieringen geven a.h.v. hun tracks veel informatie prijs aan de onderzoekers. De twee gezenderde tureluurs (Niels en Rianne) in de Gesterkoog bij Den Oever hebben inmiddels beiden hun kuikens vliegvlug gekregen! Niels en Rianne zijn vernoemd naar het boerengezin dat het melkveebedrijf in Oosterland heeft en vorig jaar hun ‘eigen’ geringde tureluurs hebben los gelaten (zie foto). Dankzij de oplettendheid van Niels en het uitstellen van het maaien in hun weidevogelrijkste weilanden, in nauwe samenwerking met de agrarische natuur vereniging “Hollands Noorden”, hebben beide vogels de kuikens vliegvlug gekregen. En dat niet alleen… in het door hen beheerde land hebben maar liefst een achttal paartjes tureluurs kuikens groot gekregen! Waaruit blijkt dat boeren en weidevogels prima samen kunnen gaan, als boeren er oog voor hebben en hun verlies aan inkomsten vergoed worden via agrarische natuurbeheer.”
Hoe beide vogels nu het wad gaan gebruiken, waar ze op gaan vetten en wanneer ze op trek gaan, hopen we met het Watlas-systeem in kaart te kunnen brengen. Aan de hand van de laatste zenderbewegingen lijkt het erop dat Niels zich inmiddels verplaatst naar het Balgzand en de omgeving van het Amstelmeer.

Screenshot van 19-6-2023 van de zenders.

Van de gezenderde vogels in de Normerpolder is Lotte, nadat haar 1e nest gepredeert werd, een vervolgbroedsel begonnen wat helaas wederom aan een predator ten prooi is gevallen. Dat zien we ook aan haar zenderbewegingen, want ze is veel op het wad te vinden rondom het Normerven, een belangrijke hoogwatervluchtplaats langs de Wieringerkust. Mevrouw Bil heeft samen met haar man “de Ex van de dochter van de weduwe van ouwe Bil” een week kuikens gehad nabij de natuurijsbaan van Westerland. Deze wordt het hele voorjaar plasdras wordt gezet door de familie Mulder en Helder die een boerenbedrijf combineren met particulier natuurbeheer in het gebied. Hoewel het biotoop daar dus perfect is en er niet gemaaid wordt, is het echtpaar toch de kuikens kwijt geraakt. Dat zien we hier ook heel duidelijk aan de bewegingen van mevrouw Bil, die uitstapjes maakt naar de Wieringermeer en ook even op de pier van het Lutjestrand bij het Amstelmeer een kijkje neemt. Dit is een stenen dam waar in het voorjaar tureluurs vaak verblijven op de soos, en ook naar slakjes zoeken op en tussen de basaltblokken.

Zendervogel Niels die inmiddels aan de trek is begonnen.

Inmiddels zijn de laatste twee tureluurs gezenderd; Gien(foto) en Nathan die sinds ruim een week beiden nu nog kuikens begeleiden in respectievelijk de Normerpolder, en natuurgebied de Westerlanderkoog dat in het zuidwesten ligt van Wieringen grenst aan het Amstelmeer. Daarover meer in de volgende blog over de tureluurs in het Watlas-project.

Links: Niels en Rianna laten hun tuutjes los. Rechts: Tureluur met radiozender in Normerpolder, Wieringen.

14 Juni 2023 - Scholeksteronderzoek op Texel

Door Bruno Ens (voorzitter Stichting Onderzoek Scholekster)

In veel jaren brengen de Scholeksters in het Hoge Berg gebied op Texel veel te weinig jongen groot om de populatie in stand te houden. Komt dat omdat ze tijdens het broedseizoen hun broedterritorium te vaak verlaten? Er broeden veel Scholeksters op de Hoge Berg op Texel, een keileem bult die dateert van de voorlaatste ijstijd. Het is een landschapsreservaat dat wordt gekenmerkt door weilanden met schapen, en her en der wat akkerland met aardappelen, suikerbieten, mais, gerst of ander gewas. De weilanden worden gescheiden door typisch Texelse tuunwallen, van plaggen gemaakte afscheidingen tussen twee percelen grond. Een groot deel van de agrariërs in het gebied is betrokken bij de agrarische natuurvereniging De Lieuw. Een zeer toepasselijke naam en de leden besteden veel zorg aan bescherming van de Lieuw en andere weidevogels, zodat de nesten niet worden vertrapt of omgeploegd. Desondanks komen er tegenwoordig in de meeste jaren veel te weinig jonge Scholeksters groot om de populatie in stand te houden.

Tijdens onderzoek op de Hoge Berg kregen we het idee dat het in de broedtijd regelmatig voorkwam dat één van de ouders of zelfs beide ouders niet in het broedterritorium aanwezig waren. Dat is fnuikend voor het broedsucces, want beide ouders zijn nodig om de eieren en kuikens goed te beschermen tegen predatoren. Scholeksters zijn uniseks vogels waarbij mannetje en vrouwtje gemiddeld evenveel investeren in verdediging van het territorium tegen buurparen, bebroeden van de eieren en kleine jongen, het voeren van de jongen en bovenal het verjagen van predatoren, zodat het nest of het jong niet in de bek van een gulzige meeuw verdwijnt. Als er eieren zijn moet één ouder broeden en de ander in de buurt de wacht houden (wat gecombineerd kan worden met voedsel zoeken) om predatoren weg te jagen. Als de broedende ouder dat wegjagen moet doen is het nest onbeschermd. Als er jongen zijn is het ook beter als één ouder de jongen voert en de ander de wacht houdt. Vaak staat de Scholekster die de wacht houdt dan op een tuunwal, het dak van een schapeboetje of een weilandpaal om een goed uitzicht te hebben. Het is heel riskant als beide oudervogels de jongen in de steek laten om ver weg naar voedsel te zoeken.

Om het terreingebruik van de op de Hoge Berg broedende Scholekster te volgen kunnen we (Stichting Onderzoek Scholekster) dit jaar dankzij het waddenvogelfestival een aantal broedvogels uitrusten met zenders van het watlas systeem van het NIOZ. Daarmee kunnen heel precies de bewegingen van de gezenderde Scholeksters gevolgd worden. Het geld daarvoor werd voor een groot deel verzameld door de deelnemers aan de Texel Big Day. Voor het bepalen van een betrouwbare locatie moet het signaal door minstens drie ontvangststations ontvangen worden. Er zijn vaste ontvangststation in Oudeschild en op het NIOZ, maar er kon ook een extra ontvangststation worden aangeschaft, die mooi hoog op de zendmast van Radio Texel in Den Burg mocht worden bevestigd. Desondanks verdwijnt het signaal van de zenders regelmatig achter een tuunwal of bosje, als de vogels op de Hoge Berg zijn en kan er dus geen positie worden bepaald. Maar als de vogels naar het Balgzand vliegen om daar naar voedsel te zoeken, dan wordt dat heel goed vastgelegd: elke paar seconden een positie. Op de screenshot van 13 juni om 21:21 zie je dat een flink aantal gezenderde Scholeksters in beeld is.

De zenders zijn ongeveer zo groot als een dikke 5 cent munt, met een lange dunne antenne, en worden op de rug van de vogel geplakt. Ze vallen dus na een paar maanden af als de vogel ruit. Elk nadeel heb zijn voordeel: de vogel heeft dus niet de rest van zijn leven last van een tuigje met een niet meer werkende zender. En de zender heeft alleen een batterij, zodat het niet erg is als de zender geheel onder de veren verdwijnt. Zoals je op de foto van de gezenderde Scholekster kunt zien, kun je van de zender dan ook eigenlijk niets zien. Alleen het laatste stukje van de antenne steekt als een dun sprietje voorbij de staart. Meer niet.

Een voorwaarde voor donatie aan het zenderproject was wel dat de verschillende teams de vogels een naam mochten geven. Bij vogels die maar éen keer per seizoen een legsel groot kunnen brengen, zoals de Scholekster, is het zo dat de dieren die vroeg in het seizoen tot broeden komen veel vaker succesvol zijn dan de late beesten. En vroege beesten zijn altijd vroeg en late beesten altijd laat. Daarom hebben we de gezenderde vogels geordend naar broeddatum en zo een koppeling gemaakt met de door de teams voorgestelde namen.

Team Goudplezier wilde Sam bij een mannetje en Sammy bij een vrouwtje. Dat is lastig, want het geslacht van een Scholekster is alleen met zekerheid op basis van het DNA vast te stellen, of als je een ei ziet leggen, zoals mooi gefilmd bij Beleef de Lente. Gemiddeld zijn vrouwtjes iets groter en zwaarder, hebben ze een langere, maar dunnere snavel, en zijn ze wat bruiner op de rug. Mannetjes zijn vaak wat zwarter en hebben een meer hoekige kop en zitten bij copulaties vaker boven, maar ook dat is niet altijd het geval. Er is veel overlap, maar op basis van de biometrie is onze inschatting dat de vogel van team Goudplezier het mannetje is en dus Sam moet heten, maar helemaal zeker zijn we dus niet.

In onderstaande tabel staan de broeddatum van het nest waarop de vogel is gevangen, het nummer van de zender, de code waarmee de kleurringen van het dier worden aangeduid, de volgorde van broeddatum en teams, de Big Day teams en de door hen bedachte naam.

Zoals gezegd kunnen de dieren op de website van watlas live worden gevolgd, maar zullen ze lang niet altijd in beeld zijn. De grootste kans heb je rond laagwater als de vogels op of onderweg naar of van Balgzand zijn. Dus kijk eerst even naar de waterstand. Maar je kunt je natuurlijk ook daar niets van aantrekken want met enige regelmaat zijn ze ook op de Hoge Berg in beeld. Op de screenshot zie je dat LieuwWE, Ollie, Michiel en Charlie in beeld zijn.

En we hopen natuurlijk dat de vroegste vogels de meeste jongen groot gaan brengen, maar garanties geven kunnen we natuurlijk niet. Wat betreft de voedselvoorziening voor de jongen (tot ver na het uitvliegen worden ze door de ouders gevoerd) ziet het er trouwens somber uit. De bodem is nu al keihard, dus zelfs oudervogels komen er nauwelijks in met hun stevige snavels, en er is nog geen enkele indicatie dat het binnenkort gaat regenen.


7 juni 2023 - Tureluurs halen voedsel van het Wad, ook als ze kuikens opvoeden in de polder 

Door: Allert Bijleveld & Wim Tijsen

Tureluurs halen voedsel van het Wad, ook als ze kuikens opvoeden in de polder. Het Watlas-project brengt het gebruik en het belang van de Waddenzee in kaart voor steltlopers tijdens de voor- en najaarstrek voor broedvogels. Sinds dit seizoen brengt het NIOZ ook het gebruik door broedvogels langs de rand van de Waddenzee in kaart. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met tureluuronderzoeker Wim Tijsen die voor het NIOO tureluurs bestudeert.  

Tureluur

Tijsen doet sinds 1996 onderzoek naar tureluurs op Wieringen in het kader van een RAS-project (Retrapping Adults for Survival), van het Vogeltrekstation Arnhem als onderdeel van het NIOO. Onder andere naar de broedbiologie, maar vooral naar de overleving van jonge en volwassen tureluurs. Tureluurs gebruiken het binnendijkse boerenland vooral om te broeden, maar gaan het wad op om voedsel te zoeken. Dit doen ze ook in de broedfase en als ze de kuikens, die zelfstandig voedsel zoeken, moeten begeleiden.  

Voor dit onderzoek zijn een aantal vogels gezenderd aan het einde van de broedfase. Door de vogels te voorzien van een lichtgewicht radiozender op de rug, kunnen de bewegingen van de tureluurs gevolgd worden in de weilanden waar hun nest is, èn hoe ze het gebied gebruiken met hun kuikens tot deze vliegvlug zijn.  

Eerlijke verdeling man en vrouw 

Bij tureluurs broeden zowel de man als de vrouw en begeleiden beide ouders de kuikens. Het werk verdelen ze eerlijk tussen beide ouders. Uit de eerste gegevens van de gezenderde tureluurs blijkt dat beide vogels daarbij ook op het wad voedsel blijven zoeken. In de broedfase en de kuikenfase speelt het aangrenzende wad een belangrijke rol en vliegen beide ouders heen en weer.  

Opvetten in de Waddenzee 

Het onderzoek heeft als doel om het gebruik en het belang van de Waddenzee in kaart te brengen tijdens zogenaamde ‘opvetfase’. Dat is de fase vóór ze weer naar het zuiden afzakken om te overwinteren. Daar is nog heel weinig over bekend. Het is belangrijk om te weten hoe de ‘tuutjes’ zich voorbereiden op de trek en wanneer ze dat precies doen. Ook willen we weten welke delen van het wad qua voedselvoorziening daarbij belangrijk zijn. Tureluurs zijn daarbij erg geschikt omdat het zowel een weide-, als wadvogel is. Ze zijn altijd te vinden op de grens van water en land. De Waddenzee speelt cruciale rol in de overleving van deze soort. 
 
De vogels zijn de komende weken en maanden te volgen op de website van het NIOZ: www.nioz.nl/watlas

*Niels (zender 2926=ROOD) is gevangen op 14 mei en heeft inmiddels vliegvlugge kuikens.

Rianne (zender 2927 = LichtGroen) is op 21 mei op het nest gevangen en heeft 4 kuikens die op 24 mei zijn geringd. Het boerenpaar Niels en Rianne hebben het maaien uitgesteld op het weiland om te zorgen dat het nest uitkwam en de kuikens vliegvlug worden. Rianne alarmeert nog steeds voor de kuikens en die zijn bijna vliegvlug.

Lotte (zender 2929 = lichtblauw) is op 21 mei gevangen, maar drie dagen later is het nest gepredeert. Inmiddels heeft Lotte al een week een 2e broedsel op 100 meter van haar 1e mislukte nest.

Mevrouw Bil (zender 2930 = Paars) is op 28 mei op het nest gevangen en begeleidt samen met de 16 jarige gekleurringde partner E87 “de Ex van de dochter van de weduwe van ouwe Bil” inmiddels al een week kuikens in de Normerpolder op Wieringen nabij de natuurijsbaan van Westerland die in net voorjaar plasdras staat.

De ontvangers van WATLAS staan nu verspreid rond het westelijk deel van de Waddenzee en bepalen de positie van de vogels elke paar seconden tot op de meter nauwkeurig. Posities worden berekend door middel van kruispeiling als tenminste drie ontvangers het signaal vanop de rug van de vogel ontvangen hebben. Vooral als de vogels vliegen is het bereik groot en is de kans om een positie te berekenen het grootst. Als de vogel op de grond zit, verscholen tussen het gras, reikt het signaal van de zender het minst ver en zal het regelmatig voorkomen dat er geen positie berekend kan worden. Als er geen vogels te zien zijn op de live-view, kijk dan even later nog een keer. Elke vogelsoort heeft zijn eigen symbool op de kaart en verschillende individuen hebben verschillend kleuren. Om een overzicht te krijgen van alleen de tureluurs is het mogelijk om in het menu links “redshank” te selecteren.


25 mei 2023 - Wanneer vertrekken Kanoeten in het voorjaar uit de Waddenzee?

Door: Nienke Lameris

Rond half mei verlaten alle kanoeten de Waddenzee en gaan op weg naar hun broedgebied in Canada. 32 kanoeten vliegen rond met kleine antennes op hun rug. Ze zijn gezenderd door Thomas Lameris, onderzoeker van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Hij wil weten wanneer ze precies vertrekken uit de Waddenzee en waar dat van afhankelijk is. Kunnen dikkere kanoeten eerder de grote oversteek maken?

Het weekend na Koningsdag heeft Lameris de gezenderde kanoeten losgelaten op het Wad, niet ver van het NIOZ op Texel. Nu houdt hij de gegevens die hij binnenkrijgt van de radiozenders nauwlettend in de gaten De vraag is wanneer ‘zijn’ kanoeten precies naar het noorden vertrekken. Hij legt uit wat hij verwacht: “We willen achterhalen in hoeverre het moment waarop de kanoeten vertrekken, wordt bepaald door hoeveel eten ze hebben kunnen vinden. Hoe meer eten, hoe zwaarder ze zijn en hoe betere conditie ze hebben om de trek te overleven.”

Opvetten voor vertrek
Kanoeten zijn grote steltlopers die met hun snavel eten zoeken op het wad, vooral schelpen zoals nonnetjes. De kanoeten die hier overwinteren trekken in het voorjaar naar het arctische gebied in het oosten van Canada, tegenover Groenland. Ter voorbereiding op de trek moeten de vogels vetreserves aanleggen. Dat doen ze pas een paar weken voor vertrek, want het extra gewicht heeft ook nadelen. Als ze dikker zijn, kunnen ze namelijk minder goed vluchten voor roofdieren zoals slechtvalken. Vanaf ongeveer half april gaan ze meer eten en beginnen ze met ‘opvetten’. Hun gewicht neemt in een paar weken toe van ongeveer 130 gram naar bijna 200 gram.

Drie groepen Kanoeten
Lameris heeft de kanoeten die ‘meedoen’ aan het onderzoek afgelopen winter gevangen op Griend, een zandplaat in de Waddenzee. Ze zijn in drie groepen verdeeld, die een situatie nagebootst kregen met een grotere of kleinere voedselbeschikbaarheid. Daarvoor werd de tijd beperkt die ze konden eten. Lameris legt uit hoe dat werkte: “De eerste groep kon 24 uur per dag eten. Veel meer dan in het wild, want dan kunnen ze alleen bij laag water foerageren. De tweede groep kon 12 uur per dag eten. Dat lijkt meer op de natuurlijke situatie waarin er twee keer per dag zo’n zes uur lang laag water is. De derde groep kreeg zes uur per dag te eten, dus zij hadden een kortere tijd om te eten dan in een natuurlijke situatie.”

Zoals verwacht werden de kanoeten vanaf half april dikker. De dieren uit de eerste groep namen het snelst toe in gewicht, met wel vier gram per dag. Op het moment van vrijlaten zijn ze zwaarder dan de kanoeten in het wild. Alleen de dieren in de groep met de minste voedselbeschikbaarheid namen nog niet in gewicht toe. “Dat is niet erg voor deze vogels,” vertelt Lameris. “Ze hebben genoeg tijd om alsnog op te vetten. Het is nu de vraag of er een verschil is tussen de drie groepen. Welke blijven nog in de Waddenzee? En blijven ze in de buurt van Texel, of trekken ze naar een ander deel van de Waddenzee? Maar de belangrijkste vraag is wanneer ze precies vertrekken naar het noorden. Vorig jaar zagen we dat de lichtste vogels inderdaad als laatste weggingen.”

Piepkleine zendertjes
Veel onderzoek naar trekvogels wordt gedaan met gps-zenders, maar kanoeten zijn daarvoor te klein. Lameris gebruikt daarom twee kleinere soorten radiozenders. Voor het vrijlaten heeft hij ze op de rug van de kanoeten geplakt, tussen de vleugels. Een kleine, flexibele antenne steekt uit achter de staart. Deze zenders, die vanzelf weer van de vogel vallen in het najaar, werken met twee netwerken. Ze werken alleen op plekken waar antennes staan. In het westen van de Waddenzee is dat het WATLAS-netwerk van het NIOZ. Signalen van de tweede zender worden ontvangen door een internationaal netwerk: MOTUS. Dat heeft onder andere ontvangst op de Nederlandse en Duitse Wadden.

Vogels volgen
Op het moment dat de kanoeten werden vrijgelaten, kon Lameris ze op zijn telefoon direct volgen met de WATLAS-zenders. “Het is altijd een spannend en mooi moment om vogels vrij te laten”, vertelt hij. “We lieten ze in drie gemengde groepen weg, zodat de vogels die even zwaar zijn niet bij elkaar bleven. Allemaal zetten ze een paar stappen op het wad, en vlogen daarna direct weg. Richting een grote groep steltlopers die verderop aan het foerageren waren.” Met het WATLAS-netwerk volgt Lameris de vogels zolang ze in de buurt van Texel zijn. Het moment waarop ze wegtrekken – een strakke lijn naar het noorden, meestal ’s avonds – haalt hij later uit de data van de andere zenders. Op dit moment, zo’n 3 weken na het loslaten, hebben veel vogels de Waddenzee al verlaten.

Timing is van groot belang
Hoe eerder de kanoeten in het broedgebied zijn, hoe groter het broedsucces. Maar een succesvolle trek is afhankelijk van de voorbereiding en dus van de voedselbeschikbaarheid hier in het wintergebied. Door klimaatopwarming – die in het arctisch gebied sneller gaat – moeten de kanoeten eerder beginnen met broeden en dus eerder wegtrekken. Worden ze hiervoor misschien beperkt door de hoeveelheid voedsel? Uit de gegevens van vorig jaar blijkt dat de dikste vogels niet eerder weggaan dan soortgenoten die niet geholpen werden met opvetten. Maar de lichtste vogels gaan wel anderhalve week tot twee weken later weg.

Dit jaar wil Lameris meer data verzamelen om te onderzoeken of er ook verschil is in de richting waarin de kanoeten vertrekken. Het lijkt erop dat de zwaardere vogels vaker een directe vlucht naar IJsland maken, terwijl lichtere vogels eerst nog opvetten in de Duitse waddenzee voordat ze naar het noorden vliegen.

De Waddenzee en haar bewoners beter beschermen
Lameris vertelt dat dit soort onderzoek ons niet alleen meer leert over kanoeten, maar ook kan helpen in de bescherming van de vogel en de Waddenzee. “Het is belangrijk om te weten hoe kanoeten gebruik maken van de Waddenzee. De waarde van een natuurgebied voor vogels wordt niet alleen bepaald door de oppervlakte, maar ook door de kwaliteit. Kanoeten moeten hier genoeg voedsel kunnen vinden om te kunnen migreren naar hun broedgebieden, en al helemaal als ze zich moeten aanpassen aan een vroegere lente door klimaatopwarming. Het is een van de vogelsoorten die echt afhankelijk is van de Waddenzee. Als we beter begrijpen hoe vogels de Wadden gebruiken, kunnen we het gebied én de vogels veel beter beschermen.”


16 mei 2023 - Vogels vangen op Richel

Blog door: Merlijn Hulsenboom

Iedere maand heeft er een groepje van het NIOZ het geluk om op een prachtige plek in de Waddenzee een week lang vogels te vangen. Dit doen we vooral om vogels te ringen voor populatieonderzoek, maar nu gingen we ook kanoeten vangen voor een dieetstudie. Omdat ik een vogelstage bij het NIOZ doe, mocht ik ditmaal mee! Hierbij mijn kijkje in de keuken van een paar dagen vogels vangen.

Aanvankelijk zou de trip een week duren, maar wegens harde oostenwind werd het een paar dagen uitgesteld. Op vrijdagochtend vertrokken we lekker vroeg, want er moest ook nog een WATLAS-toren worden opgebouwd. Wie denkt dat ecologen vooral met verrekijkers in de weer zijn, heeft het mis: gekleed in waadpak waren we aan het zeulen met steigerbuizen, zonnepanelen en accu’s, om gewapend met hamers, tie-wraps en een spuitlans in een paar uur een heuse ontvangsttoren te bouwen. Tevreden en een tikkie nat (het water stond toch wat hoog) scheurden we vervolgens naar Richel, klaar voor de volgende uitdaging: al onze zooi bij onze verblijfsplaats krijgen. We verbleven in een heus huisje op het wad bij Richel, maar dit is bij laag water dus niet per boot bereikbaar. Gelukkig hadden we op het huisje een transportkar, om zo alle vangstspullen, persoonlijke bagage en een voorraadkast aan eten te vervoeren. Daar aangekomen was het meteen tijd om de mistnetten op te zetten. Dit zijn netten die worden opgezet rond de hoogwaterlijn, om zo vogels die laag over het water komen aanvliegen te vangen. Toen ze eenmaal stonden, begon het alleen zachtjes te druppen. Ongeschikte omstandigheden om te vangen, dus zijn we in het huisje met lekker avondeten bijgekomen van de lange dag.

De dag erna stond voor twee van ons in het teken van een heuse expeditie naar de westpunt van Vlieland. De ontvangstkast op een WATLAS-toren had een update nodig, dus gingen we die verwisselen. Het werd een soort triatlon: eerst een stuk varen, toen per fiets het eiland over en op het laatst nog een uur struinen in waadpak. Dit allemaal met een tas vol gereedschap op de rug en met een soort 5G-antenne (aka de ontvanger) in de hand, wat ons wel wat vreemde blikken, maar ook een sexy knipoog richting de expeditieleider opleverde. Bioloog zijn vereist een topconditie, maar dan lig je meteen ook goed in de markt. Na ongeveer 10 minuten werk konden we weer huiswaarts, opnieuw een barre tocht van twee uur, maar ditmaal inclusief regen. De lichtpuntjes? De roep van een roerdomp, nieuwsgierige zeehonden en het prachtige uitzicht. En die knipoog natuurlijk.

’s Avonds waren de weersvoorspellingen goed genoeg om te doen waarvoor we nu eenmaal gekomen waren: het vangen! Door de nieuwe maan was het goed donker, zodat de vogels de netten niet konden zien. Warm aangekleed stonden we met kratten klaar om de halve Waddenzee uit de netten te halen en de gewilde kanoetjes mee te nemen. En vrijwel direct was het raak! Helaas bleek dit geen kanoet, maar een eidereend te zijn, die één van de netten meteen had kapotgetrokken. Beetje jammer. Hoewel we geen kanoeten hebben gevangen, leverde ons geduld ons uiteindelijk wel twee bonte strandlopers en twee rosse grutto’s op. De rosse grutto’s zijn ook meteen gezenderd, zodat we hun bewegingen kunnen tracken. Mooi meegenomen!    

Op zondag was het nog heel lang de vraag of we die nacht weer zouden kunnen gaan vangen: de weersvoorspellingen waren er niet echt naar. We hebben vol goede moed de kapotte netten vervangen en brachten de rest van de dag vogelend, slapend, zwemmend en etend door. Een zeearend die de meeuwenkolonie op Richel opschrikte zorgde een waar spektakel en ik heb een cursus ringlezen gekregen van een van de aanwezige vogelaars. Verder genoten we van de ruime voorraad aan borrelhapjes en wentelteefjes, waardoor menig broeksknoopje het begaf. Ook was ook het gezelschap uitstekend en is iedereen weer op de hoogte van de laatste NIOZ-roddels.

Die nacht gingen we vol spanning naar bed: om 12 uur ging de expeditieleider het weer checken en de rest al dan niet wakker maken om alsnog te vangen. Helaas werd iedereen de volgende ochtend gewoon om half 7 wakker: geen vogels gevangen, maar wel een net iets langere nachtrust. We braken snel de netten af voordat het hoog water werd, ruimden alles op en toen was het alweer tijd om naar huis te gaan. Net terwijl we op onze lift terug naar Texel wachtten, begon het festijn waarvoor we gekomen waren. Duizenden vogels (waaronder hele troepen van die gewilde kanoeten) kwamen richting Richel gescheerd en vlogen exact waar een uur eerder nog onze netten stond. Helaas is dit ook een aspect van veldwerk: soms heb je gewoon botte pech. Qua vangst was de trip niet echt wat we hadden gehoopt, maar we hebben wel een paar dagen op een van de mooiste plekjes van Nederland kunnen doorbrengen.