Bovenste rij vlnr: Kornelis Dekinga, Job ten Horn, Tim Oortwijn, Allert Bijleveld, Timo Keuning. Middelste rij vlnr: Sofie Buesink, Wiebe Kaspersma, Theunis Piersma. Onderste rij vlnr: Emma Penning, Hinke Dekinga, Anne Dekinga, Anita Koolhaas, Evy Gobbens

11 augustus – Thuis komen

Op vrijdagmiddag 11 augustus scheur ik naar de veerhaven van Texel om daar mijn collega Emma Penning op te halen. Met een grote rugzak en een brede glimlach staat ze me op te wachten. We staan allebei te popelen om naar ons favoriete eilandje te gaan: Griend. Het voelt alsof twee verschillende generaties van Griend samenkomen, ondanks dat we qua leeftijd niet veel schelen. Emma heeft haar promotieonderzoek over drieteenstrandlopers gedaan aan de Rijksuniversiteit Groningen en heeft daarvoor velen lange seizoenen Griend bewoond. In 2020 hebben we elkaar voor het eerst ontmoet toen ik een week op Griend als stagiair was, en dat was tevens ook de laatste keer dat Emma er was. Zo hebben we mooi de wacht afgewisseld. Heel bijzonder dus dat we nu weer even samen op het eiland zitten!

Emma Penning observeert duizenden kanoeten op het wad (foto: Evy Gobbens)

Emma en ik zullen de komende 5 dagen hier zitten om een gevoel te krijgen voor waar de vogels zich bevinden tijdens hoogwater. Griend is een echt vogeleiland, waar duizenden steltlopers samenkomen om met laagwater te eten en met hoogwater te rusten. Voor mijn promotieonderzoek over het effect van zeespiegelstijging op vogels in de Waddenzee, willen we zoveel mogelijk steltlopers van een zendertje voorzien. Dit zijn hele kleine lichte zendertjes die zij een aantal maanden met zich meedragen, en die iedere 3, 6 of 8 seconde (afhankelijk van de grootte van de zender) een signaal afgeven. Zo kunnen wij de vogels heel nauwkeurig volgen op het wad en kunnen we zien welke plaatsen zij kiezen om te eten en te rusten.

Maar, daarvoor moeten we natuurlijk wel eerst vogels vangen. Omdat we ons dit jaar voor het eerst focussen op zoveel verschillende soorten, willen we het zo efficient mogelijk doen. Emma en ik proberen daarom zoveel mogelijk informatie te verzamelen over waar deze vogels precies zitten voordat de rest van het vangteam komt. Met hoogwater kijken we vanaf het balkon van het huisje vanuit welke richting de groepen binnenkomen en wordt alles genoteerd: datum, tijd, hoeveel uur voor hoogwater, wat de hoogwaterstand is, welke soorten we zien, hoeveel individuen, waar ze landen etc. Na deze algemenere observatie-sessies, verstoppen we ons ook nog een aantal keer in de duinen bij het strand, om zo nog beter alles te kunnen observeren. Zo hebben we na een paar dagen een redelijk goed idee van waar alles zit.

Naast kanoeten, drieteenstrandlopers, rosse grutto’s, scholeksters, bonte strandlopers, zilverplevieren, steenlopers, en tureluurs, willen we dit jaar voor het eerst ook echt wulpen gaan vangen. Wulpen zijn spectaculaire vogels, met een enorm lange snavel die naar beneden wijst. Een mooi ezelsbruggetjes voor de niet-vogelkenners: “de wulp kijkt naar z’n gulp”. Met hun lengte van zo’n 50 centimeter staan ze als hoogste op hun poten van de steltlopers in de Waddenzee. Hun foerageerplekje is vaak in een laagje water, ver weg van verstoringen. Het zijn ook enorm schrikachtige beesten, dus erg dichtbij kunnen we vaak niet komen. Het vangen van wulpen is dan ook een echte uitdaging voor ons.

We passen allerlei tactieken toe en proberen zo nauwkeurig mogelijk uit te meten waar de wulpen precies samenkomen met hoogwater en waar wij dus onze vangnetten moeten plaatsen. Vanaf het balkon van het huisje maak ik foto’s wanneer de wulpen zich verzamelen op de kwelder. Wanneer zij uren later tijdens laagwater het wad op zijn, loopt Emma naar de kwelder. Ik bekijk haar vanaf het balkon en vergelijk wat ik zie door mijn scope met de foto’s die ik eerder heb gemaakt. We bellen en ik geef haar aanwijzingen waar ze heen moet lopen. Emma markeert de uiterste punten met haar gps. Alleen de diepte is lastig in te schatten. Daarom plaatsen we later die dag een blauwe paal middenin het gebied, zo kunnen we de volgende dag vanaf het balkon zien of ze voor of achter die paal zitten. Het voelt als een geheime missie. We hebben een vermoeden dat we maar 1 kans hebben, dus we moeten alles tot in de puntjes uitmeten. Later deze week zal blijken of we dit goed hebben gedaan.

De rest van de tijd spenderen Emma en ik op het wad om drietenen ("haar" soort) en bonte strandlopers, ook wel bontjes genoemd, ("mijn" soort) te observeren. Emma is scherp en kent Griend en het gedrag van de vogels als geen ander. We vinden een aantal geringde vogels terug waaronder kanoeten, drietenen, en 2 bonte strandlopers die we vorig jaar geringd hebben! Het is altijd extra bijzonder om dan zo’n vogeltje terug te zien die je eerder in je handen hebt gehad. Vooral die kleine drietenen en bontjes, die zo klein en zacht zijn, en het afgelopen jaar waarschijnlijk weer duizenden kilometers hebben afgelegd tussen hun broed- en overwinteringsgebieden. Vergeleken met deze vogeltjes zijn Emma en ik “standvogels” die gemiddeld slechts enkele honderden kilometers van onze woonplaatsen struinen. Wat een respect heb ik voor deze vogeltjes.


15 augustus – Een bijzondere vangst

Op dinsdag arriveert de rest van het vangteam. Waar we normaal met z'n 5en of 6en zijn, hebben we nu een grootschalige actie gepland. Met 13 man sterk gaan we zoveel mogelijk vogels proberen te vangen en zenderen. En wat een team hadden we! Omdat we met zovelen zijn krijgen we versterking van ons onderzoekschip RV de Navicula, waar een deel van ons op slaapt, en de Canutus van Anne Dekinga, Anita Koolhaas en kinderen Hinke en Kornelis.

Emma en ik begonnen onze dag al met een hele bijzondere vangst. En dan heb ik het dit keer niet over vogels, maar over muizen. Het huisje op Griend heeft vaste bewoners gekregen die erg blij zijn met onze komst, en vooral het eten wat wij meenemen. Het krioelt er namelijk van de bosmuizen. Als Emma en ik een levende val plaatsen, hebben we de volgende ochtend plots 2 muisjes in dezelfde val! We laten de muisjes aan de andere kant van het eiland vrij. Een gevalletje “iets met water en zee”, zoals mijn begeleider Allert Bijleveld dat zo mooi verwoorde.

Twee muisjes gevangen in het huisje (foto: Evy Gobbens)

Wanneer het vangteam voet aan wal heeft gezet beginnen we met het opbouwen van de netten. Emma en ik bepalen in overleg met de rest die wat meer ervaring heeft, waar we deze dan het beste kunnen zetten. Voor het vangen van wadvogels hebben we speciale omstandigheden nodig: het moet windstil zijn, geen regen, het hoogwater moet hoog genoeg zijn dat de vogels naar de kant worden gedrukt, en dit moet ook nog eens allemaal in de periode gebeuren rondom nieuwe maan. Het moet namelijk pikkedonker zijn, anders zien de vogels de netten en vliegen ze er zo over- of omheen. Vanavond is het hoogwater nog wat vroeg op de avond en vinden we het te riskant om onze wulpennetten al op te zetten. Hiervoor moeten de omstandigheden echt perfect zijn.

 'S nachts splitsen we op in verschillende teams en houden we contact via portofoons. Vechtend tegen de slaap wachten we geduldig ronde voor ronde af. Omringd door zeevonk waden we langs de netten, tastend in het donker en hopend op vogels. Als onderdeel van mijn promotieonderzoek doe ik onderzoek naar de verschillende diëten van steltlopers. Zo gaat iedere vogel die we vangen in een kratje op filtreerpapier om te poepen. Als er dan een drolletje ligt, kan ik deze voorzichtig opscheppen en in een ebje met alcohol bewaren. Later op het lab kan ik daar het DNA van de prooidieren die de vogel heeft gegeten uithalen! De vangst is de eerste nacht wat mager: wat drietenen, een tureluur en een kanoet. Maar, alles is mooi meegenomen natuurlijk! We hopen dat dit nog wat beter wordt de komende nachten, zeker omdat we zo’n mooi vangteam bij elkaar hebben geraapt!

Het vangteam maakt zich klaar om naar Griend te varen (foto: Theunis Piersma)
Netten bouwen op het wad (foto: Evy Gobbens)
Emma Penning, Evy Gobbens en Tim Oortwijn tijdens het opzetten van de netten (foto: Theunis Piersma)

17 augustus – Op de schouders van reuzen

Ons ritme is flink verstoord en de dagen en nachten vliegen voorbij. Overdag zie ik nog mooi de kans om het wad op te gaan samen met Emma, Allert Bijleveld (mijn begeleider en tevens de oprichter van het WATLAS zender systeem), en Theunis Piersma (professor in de trekvogel ecologie). Op het wad observeren we foeragerende drietenen, bonte strandlopers, kanoeten, rosse grutto’s en eigenlijk zo’n beetje alles wat er rondhangt. Theunis is toch wel de vader van het kanoetenonderzoek in Nederland en eveneens een expert op het gebied van grutto’s en lepelaars. We bekijken de bodem om te zien wat er allemaal leeft. Er zijn weer enorme aantallen kokkels, wat na de massale kokkelsterfte van vorig jaar, als een zegen voor de vogels komt.

Evy Gobbens, Theunis Piersma en Emma Penning observeren vogels op het wad

We laten de bodem voor wat het is, en vinden een rustig plekje aan de rand van de duinen om nog even het een en ander te bediscussiëren. Ik denk terug aan de periode dat ik nog studeerde en maar al te graag vogelonderzoeker wilde zijn. Theunis Piersma had ik destijds bij de wereld draait door op tv gezien, waar hij vertelde over de rosse grutto’s en hun recordhoudende non-stop lange afstandsvlucht van zo’n 13.000 km van Alaska naar Nieuw-Zeeland! Ik was hier zo van onder de indruk destijds. Af en toe is het goed om stil te staan bij waar je vandaan kwam en wat je tot nu toe hebt bereikt. Dromen delen helpt mij hierbij. Eigenlijk helpen de mensen aan wie ik het vertel vooral, door mij af en toe te herinneren aan wat ik destijds heb gezegd. Tijdens dit moment in de duinen, waarbij ik luisterde naar Allert, Emma, en Theunis die mijn onderzoek over zeespiegelstijging en wadvogels bespraken, was ik me daar ook weer bewust van. Toen ik een tijd terug enthousiast mijn partner vertelde over wie ons allemaal zou komen versterken op Griend om mijn onderzoek te helpen, herinnerde hij mij er aan. Vijf jaar geleden had ik alleen maar kunnen dromen om met deze mensen een periode op Griend te spenderen, om van hen te leren, en me volledig te storten op de belevingswereld van de vogels. En dan ook nog eens te bedenken dat ik nog meer hulp zou krijgen van al die lieve collega’s, studenten, en vrijwilligers die ik in de tussentijd heb leren kennen en hier nu ook zijn. Puur geluk, in de zin van blijdschap, noem ik dat.

Allert Bijleveld (geel shirt) overlegt met Emma Penning (links) en Timo Keuning (groene trui) over de plaatsing van de netten (foto: Evy Gobbens)
Wachtend tot de Navicula ze kwam ophalen van het strand. Van links naar rechts: Sofie Buesink, Wiebe Kaspersma, Anne Dekinga, Job ten Horn, Allert Bijleveld, Anita Koolhaas, Hinke Dekinga en Kornelis Dekinga

18 augustus – het jaar van de wulp

De vangweek is al een paar dagen bezig en we sprokkelen iedere nacht wat soorten bij elkaar. Een aantal bonte strandlopers, rosse grutto’s, scholeksters, tureluurs, drieteenstrandlopers, steenlopers, zilverplevieren, en wat kanoeten: allemaal voorzien van zo’n klein zendertje. De sfeer hangt er nog goed bij. We hebben besloten dat vanavond onze wulpen nacht wordt. Het wordt ontzettend spannend en we kunnen eigenlijk allemaal niet wachten tot het donker is. De teams zijn weer opgesplitst: een deel gaat naar drie nettenrijen aan de Noordkant van het eiland toe, en een deel gaat naar de zuidkant van het eiland toe. Allert, Emma, Job, Kornelis, en ik zijn team wulp vanavond.  Wat een spanning! Het is rond 11 uur echt donker, maar voor die tijd houden we alles nauwlettend in de gaten. Emma heeft zich rond 8 uur al in de duintjes naast de netten verstopt. Hier blijft zij uren doodstil liggen, totdat wij haar via de portofoon een seintje geven. We hebben het flink te doen met Emma, die daar doodstil in de duintjes een hele makkelijke prooi voor de muggen is. Maar klagen zal ze niet doen, daarvoor geniet ze teveel van haar werk. We hebben een nachtkijker om alles goed in te gaten te kunnen houden bij de netten. Het is spannend, zeker omdat we de netten al ver van te voren open hebben gedaan. Het is daarom zeer belangrijk dat we goed kunnen zien of er iets in de netten hangt. Rond een uur of 10 zien we wat beweging komen. Er is nog niets in de netten gevlogen maar we zien ondertussen wel tientallen wulpenkopjes boven het gras steken. Emma kunnen we ook mooi zien liggen achter de duintjes. De wulpen vermoeden waarschijnlijk nog niets van haar aanwezigheid.

Job ten Horn heeft zich comfortabel gemaakt in een kruiwagen (foto: Theunis Piersma)

Om 11 uur is het zover. Het voelt als een geheime missie. Allert staat op het balkon met de portofoon in zijn handen, turend door de nachtkijker. Job, Kornelis, en ik staan beneden klaar om naar de netten te rennen, met kratten in onze handen. En Emma ligt nog doodstil in de duintjes. Allemaal wachten we op het signaal van Allert die goed overzicht heeft over de hele situatie. “Ja Emma, ben je er klaar voor?” fluistert hij in de portofoon. “Ja, ik ben er klaar voor”, klinkt het vanaf de andere kant van Griend. Vlak voordat ik naar beneden ging om klaar te staan om naar te netten te rennen vroeg ik nog aan Allert of hij het ook zo spannend vond. Hij beaamde wel dat hij nog nooit zoiets had gedaan. We hopen allemaal zo erg op een paar wulpen in het net. Voor mijn onderzoek zou dit geweldig zijn.

Een spannende nacht: Job ten Horn, Allert Bijleveld, Tim Oortwijn en Kornelis Dekinga kijken met een nachtkijker vanaf het balkon of er al wulpen te zien zijn (foto: Evy Gobbens)

Na het startsignaal van Allert is het aan Emma de taak om te zorgen dat de wulpen niet van het net wegvliegen maar juist in het net. Zij zorgt eigenlijk voor een schrik-barrière. En met succes. Van dit succes weet alleen Allert nog af op dat moment, want hij is de enige die kan zien wat er gebeurt. Emma staat in het pikkedonker op de kwelder tussen de netten en hoort wel vanalles om haar heen gebeuren, maar ziet niks. Job, Kornelis, en ik lopen zo snel als we kunnen naar de netten toe, onwetend over wat ons te wachten staat. Eenmaal aangekomen bij de netten gaan we als een geoliede machine te werk. Emma en Kornelis dragen de kratten, Job en ik halen wulpen uit de netten. Wat een vangst!! Na zo’n 10 minuten is ook Allert aangekomen bij de netten om ons te helpen. Er hangen zo’n 14 wulpen en 10 rosse grutto’s in de netten. Voor ons is dit een monstervangst. Meer dan we hadden kunnen dromen. Het voelt nog allemaal onwerkelijk. Wulpen zijn zulke spectaculaire vogels, al helemaal als je ze van dichtbij ziet. Hun snavel is enorm lang en gekromd, hun poten lang en sierlijk. Elegante vogels, vind ik ze. In kratjes dragen wij ze terug naar het huisje waar we ze meten, een ringetje geven, en van een zender voorzien. 14 wulpen! Tim en ik laten ze ’s nachts gelijk weer vrij op het strand. Voor SOVON was 2019 het jaar van de wulp, maar voor ons en WATLAS is dit toch wel echt het jaar van de wulp. Machtige beesten.

Emma Penning tussen de wulpennetten (foto: Evy Gobbens)
Wulp X53 is zojuist van een ring en zender voorzien en wordt dan weer vrijgelaten (foto: Evy Gobbens)

21 augustus – trots

De laatste vangnacht is aangebroken. Voor ons kan deze hele week al niet meer stuk. Wat een geweldige vangsten tot nu toe, en dat terwijl we nog een nacht te gaan hebben! Vanavond proberen we ons te focussen op kanoeten en scholeksters, omdat we daar relatief nog niet heel veel van hebben gevangen. Op Griend is het ontzettend gezellig geweest de afgelopen dagen. Ik verblijf hier met Timo Keuning, een MSc student in de biologie die ik samen met Allert begeleid, Emma, en Tim Oortwijn, promovendus aan het NIOZ die onderzoek doet naar kanoeten in hun overwinteringsgebieden in West-Afrika. We gaan samen het wad op, bereiden de vangsten voor door de netten open te schuiven, en grappen en grollen wat af. Morgen gaan Tim en Emma met de rest van het vangteam naar huis en blijven Timo en ik eventjes alleen achter.

Een drieteenstrandloper met kleurringen en zender mag weer vrij (foto: Evy Gobbens)

Maar eerst gaan we nog een vangnacht tegemoet. ’s Middags hebben we een net precies op de HVP (afkorting voor hoogwatervluchtplaats, jargon voor: de plek waar vogels rusten tijdens hoogwater) van de scholeksters gezet. En dat bleek een goede keuze te zijn geweest was gebleken toen Anne om 1 uur ‘s nachts via de portofoon naar ons riep of we hen konden komen versterken, omdat er veel scholeksters in het net hingen. Weer een monstervangst! Bontjes, drietenen, scholeksters, zilverplevieren, steenlopers, tureluurs, rosse grutto’s, een paar kanoeten enn zelfs nog 2 wulpen! Dit moest natuurlijk allemaal gemeten en deels gezenderd worden, dus vannacht versterk ik het team op de Navicula, waar we alle vogels meten.

Een bonte strandloper met kleurringen en zender (foto: Evy Gobbens)

Met 9 man proberen we alle vogels zo snel mogelijk op te meten en weer vrij te laten. Samen met Anita Koolhaas, datamanager van onze afdeling en de vrouw van Anne, verwerk ik de bonte strandlopers. Het gaat nog niet zo snel zoals bij ervaren ringers zoals Job, maar ik ben nog in de leer. Allert zendert de vogels samen met MSc student Sofie Buesink. Anne Dekinga en zijn dochter Hinke meten de magen op van de kanoeten. Job ten Horn ringt alle vogels, razendsnel dat hij is, en Wiebe Kaspersma en Kornelis Dekinga ringen de scholeksters en nemen wat bloed af bij een aantal vogels, en Anita en ik verwerken de bonte strandlopers. Zo hebben we allemaal onze eigen taak waar we ons tot zonsopgang mee bezig houden. Het is ondertussen al helemaal licht geworden als ik samen met Wiebe, Allert, en Sofie de vogels vrijlaat op het wad. De zon staat laag aan de horizon, en er is weer een nieuwe dag aangebroken. Dit vind ik denk ik het allermooiste aan vogels vangen: ze weer vrijlaten.

De familie Dekinga maakt zich klaar voor de nachtelijke vangst (foto: Evy Gobbens)

Voldaan en ontzettend dankbaar voor de hele week loop ik om 8 uur ’s ochtends in mijn eentje terug naar Griend vanaf de boot. De ochtendzon verwarmt mijn gezicht en onderweg kom ik wat bonte strandlopers tegen. Ik ben zo benieuwd wat al die vogels gaan doen. Waar zullen ze heen gaan? Welke plekken kiezen ze uit? Welke gevaren komen ze tegen? Zullen ze hier volgend jaar weer terugkeren in de Waddenzee? En dat ook met het oog op mijn onderzoeksvraag: wat voor effect zal zeespiegelstijging hebben op deze prachtige vogels die onze Waddenzee vullen met hun aanwezigheid. Op die toekomstvragen heb ik nu nog geen antwoord, maar gelukkig kunnen we, door ze te volgen, al wel een begin maken. Ik kan me in ieder geval nog 5 weken proberen te verdiepen in de wereld van steltlopers, waarin ik zoveel mogelijk probeer te observeren en poep te verzamelen. In die periode kunnen jullie de vogels (en mij) live volgen via www.nioz.nl/watlas.

Tim Oortwijn, Emma Penning en Timo Keuning lopen over het eiland om vogels te tellen (foto: Evy Gobbens)

21 Augustus – Garnalen bemonsteren

Het vangteam was nog maar net weg toen Wim-Jan Boon weer nieuwe vrijwilligers naar het eiland bracht met de Adriaen Coenen. Zij zullen hier 5 dagen met Timo Keuning en mij verblijven om de gehele wadplaat rondom Griend te bemonsteren op garnalen. Dit houdt in dat we een grid hebben van de wadplaat, met tussen ieder punt 500 meter afstand. Op die punten willen we garnalen tellen, en dit doen we met een bijzondere techniek die o.a. is ontwikkeld door Emma Penning.

Met zonsopgang op pad om vroeg de garnalen te bemonsteren (foto: Evy Gobbens)

We gebruiken hiervoor een lange stok van zo’n 3 meter. Aan het uiteinde van die stok binden we een metalen bak vast die onder de stok bungelt. Vervolgens zwier je deze stok een heel uit van je weg en valt de bak op het wad. Je duwt de bak in het water en gaat er dan met een garnalenschepnet doorheen om zo alle garnalen eruit te vissen. Dit is een soort verrassingsaanval op de garnalen en zorgt ervoor dat ze niet snel kunnen wegzwemmen. We nemen dan alles uit het schepnet in een klein potje mee naar het NIOZ waar het op het benthos lab wordt uitgezocht. Zo weten we precies wat de garnalendichtheden zijn rondom Griend. Dit is belangrijk voor ons om te begrijpen waarom vogels bepaalde plekken uitkiezen om te eten. Zo weten we dat drieteenstrandlopers veel garnalen eten, en na heel wat bonte strandloper observaties heb ik een donkerbruin vermoeden dat die bontjes ook wel een garnaaltje lusten. Nu we weer zulke mooie zenderdata hebben van WATLAS (www.nioz.nl/watlas) zullen hebben van de drietenen en bonte strandlopers, willen we graag het voedsellandschap koppelen aan hun plaats keuzes.

De verrassingsaanval op de garnalen (foto: Evy Gobbens)

Maar dit garnalen bemonsteren is een behoorlijke klus en dus was versterking zeer welkom. Iedere ochtend om 5 uur ging de wekker om met het eerste daglicht op het wad te staan. We splitsten op in teams van 2 en liepen dagelijks tussen de 15 en 23 kilometer over het wad. Gelukkig zat het weer mee en hebben we alle 154 punten mooi af kunnen maken. De vrijwilligers genoten van hun tijd om het wad en verwonderende zich over al het leven wat zich rondom Griend bevindt. De enorme groepen vogels die met hoogwater terug komen vliegen en de bijzondere schelpen die aanspoelen. 1 team had zelfs een hele groep zeehonden op zo’n 500 meter afstand!

Tot de laatste zonnestralen gingen we door. Jasper Bell en Nienke Zwaferink op het wad. (foto: Evy Gobbens)

In het huisje probeerde we al het e.e.a. uit te zoeken aan monsters, maar het overgrote deel zal door studenten op het NIOZ worden gedaan. Zij tellen dan het aantal garnalen, krabben, en kreeftachtige die zij vinden in de monsters, en meten deze op. Ik ben benieuwd wat er uit deze data zal komen!

Met een klein schepnetje schept Evy Gobbens alle garnalen uit de bak. (foto: Floris Klein)
In het huisje worden de monsters deels uitgezocht. Vlnr: Jasper Bell, Timo Keuning, Evy Gobbens, Nienke Zwaferink. (foto: Floris Klein)