Bewegingen en verbindingen tussen soorten

Kustgebieden zijn belangrijk voor veel vogelsoorten. Doordat vogels zich verspreiden over grote gebieden, en gedurende verschillende perioden in het jaar, is het een uitdaging om hun bewegingen goed te volgen. Voor ons onderzoek naar (trek)vogels gebruiken we daarom zowel de traditionele aanpak met gekleurde en gecodeerde ringen, als ook geavanceerde ‘vogeltracking’ met behulp van GPS-zenders op individuele vogels. Dat laatste doen we in het WATLAS-project, een van onze grote onderzoeksprogramma’s.

In de Waddenzee leven meer dan honderd vissoorten. Veel jonge platvissen en andere soorten brengen hun eerste maanden door in de ondiepe, voedselrijke Waddenzee, die zo een kraamkamer vormt. We onderzoeken welke soorten er voorkomen, hoe ze zich verspreiden door de Waddenzee en migreren naar andere zeeën. Met onze NIOZ-visfuik, die sinds 1969 gebruikt wordt voor onderzoek, hebben wij een van de langst lopende monitoringsprogramma’s voor visstanden ter wereld. Deze data is ook nog eens zeer precies, door de vaak dagelijkse metingen. Dit helpt ons om trends in het verleden te ontdekken en modellen voor de toekomst te ontwikkelen. En met deze voorspellingen kunnen maatregelen ontwikkeld worden voor behoud en bescherming van de Waddenzee en haar vissoorten.

Plankton vormt de basis van het voedselweb in zee. Vooral phytoplankton: dat zijn in feite miniscuul kleine plantjes in het water. Dat betekent dat veranderingen in de aanwezigheid van phytoplankton, of het verdwijnen daarvan in een deel van de zee, enorme gevolgen kan hebben voor de soorten hoger in de voedselketen. Al sinds de vroege jaren 1970 doen wetenschappers van het NIOZ wekelijkse metingen waarmee zij nauwgezet de ontwikkelingen in phytoplankton in de Waddenzee in kaart brengen.