Zo kan Nederland weer decennia vooruit met een nieuw onderzoeksschip

Zeven personen poseren voor een blauw schip

Al tien jaar is oceaanwetenschapper Gert-Jan Reichart ermee bezig en op 12 maart 2026 is het zover. Dan wordt het grootste Nederlandse onderzoeksschip ooit gedoopt. Met RV Anna Weber- van Bosse moeten zeeonderzoekers tientallen jaren innovatief onderzoek kunnen doen. Door slimme ontwerptactieken gaat dat lukken.

Een rampscenario: een nieuw Europees onderzoeksschip kwam in de vaart en moest voor miljoenen euro’s worden verbouwd voordat het metingen kon doen. Het had een zogeheten bulbsteven: aan de voorsteven zat onder het wateroppervlak een flinke bobbel. Die had zoals verwacht een gunstig effect op het brandstofverbruik, maar veroorzaakte ook veel bellen. ‘Die waren funest voor het opvangen van signalen door de geluidssensoren onder het schip’, vertelt Gert-Jan Reichart om te illustreren hoe uitdagend het is om een onderzoeksschip te bouwen.  

De nieuwe trots 

Reichart is als hoofd van de NIOZ-afdeling Ocean Systems nauw betrokken bij de ontwikkeling van RV Anna Weber-van Bosse. Dat onderzoeksschip moet de nieuwe trots worden van de Nederlandse onderzoeksvloot, nu het geliefde schip RV Pelagia uit de vaart is genomen. Al tien jaar geleden zat Reichart om tafel met wetenschappers, scheepstechnici en bemanning en hij bezocht samen met het bouwbegeleidingteam scheepswerven in het kader van de Europese aanbesteding. Binnenkort levert Armon Shipyard in het Spaanse Vigo het nieuwe Nederlandse oceaangaande onderzoeksschip op; 12 maart wordt het in de NIOZ-haven op Texel gedoopt. 

Losse containerlabs – heel flexibel 

De ontwikkelingen in techniek en wetenschap gaan zo snel – hoe ontwerp je een onderzoeksschip waarmee je 35 jaar vernieuwend onderzoek kunt doen? ‘Wij werken met losse containerlabs aan boord’ vertelt Reichart. Je kunt ze in wisselende samenstellingen meenemen, aanpassen en desnoods vervangen. ‘Dat systeem met losse labs is al lang geleden op het NIOZ ontwikkeld en we hebben er heel goede ervaringen mee.’ Ook op RV Pelagia werden afhankelijk van het type analyses dat aan boord moest gebeuren, verschillende containers het schip op getakeld en verankerd op het dek en in de buik van het schip. Op het nieuwe schip kunnen meer van zulke containers mee. ‘Zo zijn we heel flexibel.’ 

Watermonsters en tegelijk sediment ophalen 

Er kunnen meer onderzoekers meevaren met het nieuwe schip, dertig in plaats van twaalf. ‘Zo kunnen we grotere projecten doen, of meerdere tegelijk.’ Het dek wordt ruimer en beide kanten van het schip bieden straks ruimte voor onderzoeksactiviteiten. ‘Straks kan de ene onderzoeker watermonsters nemen met de CTD, terwijl vlak daarna iemand anders sedimentmonsters neemt met de piston core die naar beneden gaat.’ Voorheen moesten onderzoekers op elkaar wachten. De sedimentmonsters die onderzoekers uit de zeebodem halen, kunnen tot 32 meter diep uit het sediment komen, twee keer dieper dan nu. ‘Het is straks ook veiliger om de CTD het water in te laten: dankzij het CTD deploy frame hoeft niemand touwen vast te houden.’  

Groter, maar zuinig 

Het nieuwe schip wordt met bijna 80 meter lengte zo’n 14 meter langer dan het oude, maar verbruikt nauwelijks meer brandstof, is de bedoeling. ‘Het heeft een bijlboeg, die kaarsrecht omhoog gaat.’ Dat scheelt verbruik ten opzichte van een schuin naar voren oplopende steven, maar geeft hopelijk niet de problematische hoeveelheid bellen als de bulbsteven. 

Enorme trommelvliezen 

Een ander snufje om bandstof te besparen, is de manier waarop de akoestische sensoren onder het schip zijn bevestigd. Ze zien eruit als enorme trommelvliezen. ‘Die zitten nu in een grote gondel los onder het schip gemonteerd, ze vangen daar de echo van uitgezonden geluiden weer op, zoals walvissen met klikken doen’, zegt Reichart. ‘Voorheen hing de plaat met sensoren een eindje onder het schip, om de vaarbellen te ontwijken. Dat kostte wel extra brandstof.’  Het nieuwe schip heeft een constructie waarbij de sensoren in een verdikte plaat zitten: een opstaande rand moet de bellen naar de zijkant afvoeren. Zo belemmeren de bellen de metingen niet. 

Ruimte voor toekomstige apparatuur 

Om klaar te zijn voor de toekomst, is het schip voorzien van uitbreidingsmogelijkheden voor extra apparatuur en sensoren. ‘Met name het achterdek is extra groot geworden door de opbouw zo ver mogelijk naar voren te verplaatsen. Daarvandaan kan een op afstand bestuurbare duikboot onderzoek doen op de zeebodem en daar de ogen en armen van de wetenschap op afstand vormen.’ Ook krijgt het nieuwe schip een drone-dek en een zogeheten drop keel. ‘Daarmee kun je sensoren een aantal meter onder het schip laten zakken.’ Er is in die drop keel ruimte gelaten voor sensoren die nu nog niet bestaan. ‘We hebben er ook voor gezorgd dat het schip nog met enkele tonnen kan groeien in gewicht, zonder dat de stabiliteit en het vaargedrag in gevaar komen’, vertelt Reichart. 

Vaargedrag blijft spannend 

Het vaargedrag blijft een spannend onderdeel van het ontwerpen van een schip. Reichart laat een video zien waarin een gele boot woest op golven beweegt. Dit uit de kluiten gewassen model van RV Anna Weber-van Bossevoer in 2023  in de simulator van MARIN in Wageningen, die scheepmodellen onder realistische omstandigheden kan testen. Zo weten de ontwikkelaars bijna zeker hoe het ontwerp zich op zee zal gedragen. Het blijkt pas echt tijdens de testvaarten rond de oplevering.